Algemene Voorwaarden

Algemene Consumentenvoorwaarden Menco Bijnen Optometrie

DEEL 1. ALGEMEEN

ARTIKEL 1 – Definities en begrippen

In deze voorwaarden wordt verstaan onder:


Opdrachtgever: degene die voor zichzelf of voor een bepaalde derde een optometrie-overeenkomst sluit met de hulpverlener.

Patiënt/cliënt: de natuurlijke persoon op wie de optometrische (be)handelingen rechtstreeks betrekking hebben.

Hulpverlener: de rechtspersoon die ingeschreven is in het Kwaliteitsregister Paramedici (KP-register) of de natuurlijke persoon die werkzaam is in een optometrie-praktijk en die in de uitoefening van een paramedisch beroep of bedrijf een (be)handelingsovereenkomst sluit met de opdrachtgever.

Optometrie-overeenkomst: de overeenkomst voor optometrische diagnostiek/(be)handeling waarbij de hulpverlener zich tegenover de opdrachtgever verbindt tot het verrichten van optometrische handelingen die rechtstreeks betrekking hebben op de patiënt/cliënt.

Optometrische (be)handelingen: alle verrichtingen, waaronder begrepen onderzoek en het geven van raad, die rechtstreeks betrekking hebben op de patiënt/cliënt met als doel hem voor het ontstaan van een (oog)ziekte te behoeden of zijn (oog)gezondheidstoestand te beoordelen, dan wel deze optometrische bijstand te verlenen;

  • andere verrichtingen dan de onder genoemde waaronder verwijzingen naar andere hulpverleners;
  • het zorgen voor de materiële omstandigheden waaronder de handelingen kunnen worden uitgevoerd;

Optometrie-praktijk: een instelling of afdeling daarvan waarin optometrische (be)handelingen worden verricht dan wel een instelling of afdeling daarvan welke krachtens artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen is toegelaten.

Prijs: de kosten van de (be)handeling inclusief alle bijkomende kosten.

ARTIKEL 2 – Toepasselijkheid

Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op de totstandkoming en de uitvoering van de tussen de opdrachtgever en de hulpverlener, KP geregistreerd, gesloten (be)handelingsovereenkomst.

ARTIKEL 3 – Totstandkoming van de (be)handelingsovereenkomst

  • De (be)handelingsovereenkomst komt tot stand wanneer de opdrachtgever aan de hulp verlener de opdracht verstrekt tot het verrichten van optometrische (be)handelingen.
  • Voor het aangaan van de (be)handelingsovereenkomst dient de opdrachtgever de leeftijd van zestien jaar te hebben bereikt ongeacht de leeftijd van de patiënt/cliënt.
  • De minderjarige opdrachtgever is aansprakelijk voor de verplichtingen die voortvloeien uit de door hem aangegane (be)handelingsovereenkomst.
  • Vóór het sluiten van de (be)handelingsovereenkomst wordt de opdrachtgever en/of de patiënt door de hulpverlener geïnformeerd over:
  1. de gehanteerde procedure;
  2. de (beoogde) resultaten en (mogelijke) gevolgen van de (be)handeling*;
  3. alternatieven voor de (be)handeling;
  4. de prijs van de (be)handeling, de mogelijkheden ten aanzien van verzekeringen en wijze van betaling*;
  5. het tijdstip(pen) en de plaats van (be)handeling;
  6. de te nemen acties na het sluiten van de (be)handelingsovereenkomst;
  7. als van toepassing: welke hulpverlener(s) feitelijk de (be)handeling zal (zullen) uitvoeren of bij de uitvoering van de (be)handelingsovereenkomst zijn betrokken;
  8. de informatie/instructies voor de patiënt, te volgen voorafgaand aan de (be)handeling*;
  9. de instructies voor begeleiding, opvang, vervoer en bereikbaarheid*;
  • de instructies voor de patiënt/cliënt voor na de behandeling, inclusief de symptomen waarbij de patiënt/cliënt contact moet opnemen en gegevens over degene met wie de patiënt/cliënt contact moet opnemen*;
  • deze Algemene Voorwaarden*.

De met * gemerkte onderwerpen dienen schriftelijk aan de opdrachtgever en/of de patiënt meegegeven te worden.

  1. Bij de intake is de opdrachtgever verplicht de naam en de bereikbaarheidsgegevens van een contactpersoon op te geven. Is dit niet mogelijk, dan zal de hulpverlener de huisarts van de patiënt/cliënt als zodanig beschouwen.

Bij de intake is de opdrachtgever verplicht de naam en de bereikbaarheidsgegevens van een contactpersoon op te geven. Is dit niet mogelijk, dan zal de hulpverlener de huisarts van de patiënt/cliënt als zodanig beschouwen.

ARTIKEL 4 – Opzegging van de behandelingsovereenkomst

  1. De hulpverlener kan de (be)handelingsovereenkomst niet opzeggen behalve bij gewichtige redenen.
  2. Als de hulpverlener de (be)handelingsovereenkomst wegens gewichtige redenen opzegt, maar de (be)handeling niet kan worden uitgesteld, moet de hulpverlener zorgen voor adequate vervanging.
  3. De opdrachtgever kan de (be)handelingsovereenkomst te allen tijde opzeggen. Als de opdrachtgever de (be)handelingsovereenkomst opzegt moet hij aan de hulpverlener alleen de kosten vergoeden die deze tot aan de opzegging aantoonbaar heeft gemaakt, zoals de kosten van de huur van behandelruimte en ingehuurd personeel.
  4. De hulpverlener zal zich in geval van opzegging naar redelijkheid inspannen om deze kosten zoveel mogelijk te beperken.

DEEL 2. VERPLICHTINGEN VAN DE HULPVERLENER

ARTIKEL 5 – Informatie

  1. De hulpverlener licht de patiënt/cliënt op duidelijke wijze in over het voorgenomen onderzoek, de voorgestelde (be)handeling en de ontwikkelingen omtrent het onderzoek, de (be)handeling en zijn gezondheidstoestand.
  2. Bij het verstrekken van de informatie als bedoeld in het eerste lid laat de hulpverlener zich leiden door wat de patiënt/cliënt redelijkerwijze dient te weten over:
    de aard en het doel van het onderzoek of de (be)handeling die hij noodzakelijk acht en over de uit te voeren verrichtingen;
  • de te verwachten gevolgen en risico’s van het onderzoek of de (be)handeling voor de gezondheid van de patiënt/cliënt;
  • andere in aanmerking komende methoden van onderzoek of (be)handeling;
  • de staat van gezondheid en de daarvoor te verwachten gevolgen van het onderzoek of de (be)handeling.
  1. De in het eerste lid bedoelde inlichtingen hoeven niet aan de patiënt/cliënt te worden verstrekt als het verstrekken daarvan kennelijk ernstig nadeel voor de patiënt/cliënt zou opleveren. De hulpverlener mag van deze bevoegdheid slechts gebruik maken nadat hij daarover een andere hulpverlener heeft geraadpleegd.
  2. Als de hulpverlener gebruik maakt van zijn bevoegdheid om de patiënt/cliënt inlichtingen te onthouden, verstrekt hij deze inlichtingen zo nodig aan de contactpersoon als bedoeld in artikel 3 lid 5.
  3. De inlichtingen worden alsnog verstrekt aan de patiënt/cliënt zodra het in het vierde lid bedoelde nadeel niet meer te verwachten is.
  4. Als de patiënt/cliënt heeft laten weten dat hij de inlichtingen als bedoeld in het eerste lid niet wil ontvangen, blijft het verstrekken daarvan achterwege behalve als dit nadeel oplevert voor de patiënt/cliënt of anderen.

ARTIKEL 6 – Voorafgaande toestemming

  1. Voor verrichtingen ter uitvoering van een (be)handelingsovereenkomst is de toestemming van de patiënt/cliënt vereist.
  2. Als de patiënt/cliënt dat verzoekt, legt de hulpverlener schriftelijk vast voor welke verrichtingen hij toestemming heeft verkregen en verstrekt hij de patiënt/cliënt een afschrift daarvan.
  3. Als de patiënt/cliënt jonger is dan 12 jaar is niet zijn toestemming vereist maar de toestemming van de ouders die het gezag over hem uitoefenen of van zijn voogd.
  4. Als de patiënt/cliënt 12 jaar of ouder is, maar jonger dan 16 jaar is, is naast toestemming van de patiënt/cliënt de toestemming van de ouders die het gezag over hem uitoefenen of van zijn voogd vereist. De verrichting kan slechts zonder deze toestemming worden uitgevoerd als deze kennelijk nodig is om ernstig nadeel voor de patiënt/cliënt te voorkomen of als de patiënt/cliënt na de weigering van toestemming de verrichting weloverwogen blijft wensen.

ARTIKEL 7 – Zorg

  1. 1. De hulpverlener neemt bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht en handelt daarbij in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid zoals deze voortvloeit uit de voor de hulpverlener geldende professionele standaard en de richtlijnen van de beroepsgroep.
  2. De hulpverlener maakt bij zijn werkzaamheden gebruik van medicijnen en andere medische hulpmiddelen, die zijn geregistreerd en waarvan de herkomst kan worden getraceerd.
  3. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid voldoet de hulpverlener bij de totstandkoming en de uitvoering van de (be)handelingsovereenkomst aan de richtlijnen en normen opgenomen in de OvN-richtlijnen. Daar waar de richtlijnen afwijken van deze Algemene Voorwaarden prevaleren deze Algemene Voorwaarden.
  4. De hulpverlener zal een verzoek tot doorverwijzing naar een andere deskundige hulpverlener voor een tweede mening (second opinion) niet weigeren. De hulpverlener zal op verzoek de resultaten van de tweede mening met de patiënt/cliënt bespreken.

ARTIKEL 8 – Dossier

  1. De hulpverlener richt een dossier in met betrekking tot de (be)handeling van de patiënt/cliënt.
  2. Voor zover dit voor een goede hulpverlening noodzakelijk is, maakt de hulpverlener aantekening van de gegevens over de gezondheid van de patiënt/cliënt en de uitgevoerde verrichtingen en neemt hij andere stukken met zodanige gegevens op.
  3. Onder meer worden vastgelegd:
    a. Toegediende en voorgeschreven medicatie;
    b. Als van toepassing de traceerbaarheid van medicatie en
    andere medische hulpmiddelen.
  4. Op verzoek van de patiënt verstrekt de hulpverlener zo spoedig mogelijk inzage en/of een gratis afschrift van het dossier aan de patiënt/cliënt.
  5. Verstrekking blijft achterwege voor zover dit noodzakelijk is in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een ander.
  6. Op verzoek van de patiënt/cliënt voegt de hulpverlener een door de patiënt/cliënt afgegeven verklaring met betrekking tot de in het dossier opgenomen stukken aan het dossier toe.
  7. De hulpverlener vernietigt de door hem bewaarde bescheiden binnen drie maanden nadat de patiënt/cliënt daarom gevraagd heeft. Vernietiging blijft achterwege als het redelijkerwijs aannemelijk is dat bewaring van aanmerkelijk belang is voor een ander dan de patiënt/cliënt en als vernietiging volgens de wet niet mag.
  8. Behalve als om eerdere vernietiging is gevraagd bewaart de hulpverlener de bescheiden in het dossier gedurende 15 jaren vanaf het tijdstip waarop zij zijn vervaardigd of zoveel langer als uit de zorg van een goed hulpverlener voortvloeit.

ARTIKEL 9 – Geheimhouding

  1. De hulpverlener verstrekt zonder de instemming van de patiënt/cliënt geen gegevens aan derden, met uitzondering van de gevallen bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 5 van deze voorwaarden.
  2. Voor zover de wet niet anders bepaalt, vindt verstrekking van gegevens en inzage aan een derde slechts plaats voor zover daardoor de persoonlijke levenssfeer van een ander niet wordt geschaad.
  3. Derden als bedoeld in het eerste lid zijn niet:
    • degenen die rechtstreeks zijn betrokken bij de uitvoering van de
      (be)handelings overeenkomst als de verstrekking van gegevens en inzage noodzakelijk is voor de door hen te verrichten werkzaamheden;
    • de ouders die het gezag over de patiënt/cliënt uitoefenen of zijn voogd, indien van hen toestemming is vereist als bedoeld in het derde en vierde lid van artikel 6, voorzover de verstrekking van gegevens en inzage niet in strijd komt met de zorg die een goed hulpverlener in acht moet nemen.

ARTIKEL 10 – Privacy

  1. De hulpverlener hanteert een privacyreglement, dat op verzoek aan de patiënt/cliënt ter beschikking wordt gesteld.
  2. Zonder toestemming van de patiënt/cliënt voert de hulpverlener geen verrichtingen uit als deze kunnen worden waargenomen door anderen dan de patiënt/cliënt.
  3. De anderen als bedoeld in het tweede lid zijn niet:
    • degenen van wie de medewerking bij de uitvoering van de verrichting noodzakelijk is;
    • de ouders die het gezag over hem uitoefenen of de voogd van een patiënt/cliënt jonger dan 16 jaar (artikel 6 lid 3 en 4).

DEEL 3. VERPLICHTINGEN VAN DE PATIËNT/CLIENT EN OPDRACHTGEVER

ARTIKEL 12 – Informatie- en medewerkingplicht

De patiënt/cliënt geeft de hulpverlener, mede naar aanleiding van diens vragen, naar beste weten de inlichtingen en de medewerking die deze redelijkerwijs voor het uitvoeren van de behandelingsovereenkomst behoeft. Hiertoe behoort ook het tonen van een identiteitsbewijs.

ARTIKEL 13 – Betaling

  1. De opdrachtgever is de hulpverlener de overeengekomen prijs verschuldigd voor zover deze niet rechtstreeks door de ziektekostenverzekeraar wordt betaald.

DEEL 4. AANSPRAKELIJKHEID

ARTIKEL 14 – Aansprakelijkheid hulpverlener

De hulpverlener is aansprakelijk voor vergoeding van de schade die de patiënt/cliënt lijdt als gevolg van een tekortkoming van de hulpverlener in de nakoming van zijn verplichtingen uit de (be)handelingsovereenkomst.

ARTIKEL 15 – Aansprakelijkheid Optometrie-praktijk

Als ten behoeve van de uitvoering van de (be)handelingsovereenkomst verrichtingen worden verricht in een praktijk die geen partij is bij deze overeenkomst, is deze praktijk voor een tekortkoming mede aansprakelijk alsof zij zelf partij is bij de (be)handelingsovereenkomst. Het vorige artikel is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL 17 – Aansprakelijkheid opdrachtgever

  1. De opdrachtgever is aansprakelijk voor vergoeding van de schade die de hulpverlener lijdt als gevolg van een tekortkoming van de opdrachtgever of van de patiënt/cliënt in de nakoming van hun verplichtingen uit deze overeenkomst.
  2. Als de opdrachtgever aantoont en zo nodig bewijst dat de tekortkoming hem of de patiënt/cliënt niet kan worden toegerekend is hij niet aansprakelijk voor de schade bedoeld in het vorige lid behalve voor zover er sprake is van een voordeel als bedoeld in artikel 6:78 BW.

DEEL 5. GESCHILLENBESLECHTING

ARTIKEL 18 – Klachtenregeling

  1. De hulpverlener beschikt over een voldoende bekend gemaakte klachtenprocedure en behandelt de klacht overeenkomstig deze klachtenprocedure.
  2. Klachten over de uitvoering van de (be)handelingsovereenkomst moeten tijdig, volledig en duidelijk omschreven worden ingediend bij de hulpverlener nadat de opdrachtgever en/of patiënt/cliënt de gebreken heeft geconstateerd.
  3. Bij de hulpverlener ingediende klachten worden binnen 10 werkdagen gerekend vanaf de datum van ontvangst beantwoord. Als een klacht een voorzienbaar langere verwerkingstijd vraagt, wordt door de hulpverlener per omgaande geantwoord met een bericht van ontvangst en een indicatie van de termijn waarbinnen men een meer uitvoerig antwoord kan verwachten.
  4. Als de klacht niet in onderling overleg kan worden opgelost ontstaat een geschil dat vatbaar is voor een geschillenregeling.

ARTIKEL 18 – Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg

  1. De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (WKGGZ) is leidend in de behandeling van alle klachten ten aanzien van de geleverde zorg.
  2. De inhoud van deze wet is in het totaal te vinden op de website van de overheid: https://wetten.overheid.nl/BWBR0037173/2022-01-01#Hoofdstuk2

DEEL 6. AFWIJKING EN WIJZIGING VAN DEZE ALGEMENE VOORWAARDEN

ARTIKEL 19 – Afwijking

  1. Individuele afwijkingen van deze algemene voorwaarden kunnen slechts met toestemming van de opdrachtgever worden overeengekomen en zijn slechts toegestaan voor zover zij in het voordeel van de opdrachtgever of de patiënt/cliënt zijn.
  2. Individuele afwijkingen van deze algemene voorwaarden moeten schriftelijk dan wel elektronisch tussen de hulpverlener en de opdrachtgever worden vastgelegd. De hulpverlener draagt zorgt voor het vastleggen van de afwijkingen en verschaft de opdrachtgever of de patiënt/cliënt een afschrift daarvan.